|
|
|
|
Juli 2007
Verstuurd: maandag 30 juli, 11.20 uur
Moddergat/De Oere vanmorgen.
De komende dagen wordt deze site niet bijgewerkt, vanwege andere activiteiten.
Verstuurd: zondag 29 juli, 20.37 uur
De molen van Paesens vanmiddag.
Verstuurd: zaterdag 28 juli, 19.41 uur
Ik heb gehoord dat als Maarten 't Hart een vreemde taal gaat leren dat hij dan gewoon de bijbel in die taal gaat lezen. Ik heb dat net zo, maar dan met de kinderbijbel. Die heb ik deze week in het Fries gevonden bij de kringloopwinkel in Dokkum.
Ik las een stukje over de gelijkenis van de zaaier en de korreltjes graan en vanmiddag viel me op hoe mooi dat aansloot op de huidige situatie rond Moddergat.
Verstuurd: vrijdag 27 juli, 16.46 uur
Rond een uur of vier gaat Timo zo voor de deur zitten, af en toe een beetje piepend, en hoopt hij te worden uitgelaten. Meestal lukt hem dat.
Verstuurd: donderdag 26 juli, 7.13 uur
Ik begin mijn dag vaak door op Google naar het nieuws te zoeken. Zo was nu het eerste dat ik net las het bericht dat Rasmussen uit de Tour is gezet en is ontslagen door zijn ploeg. Dat vond ik wel jammer, want de afgelopen dagen heb ik bewonderend naar hem en naar de prachtige Pyreneeën zitten kijken. En met mij nog een miljoen Nederlanders, wat erg veel is. Vorig jaar zei ik tegen Anshin, na de 'wederopstandigsrit' van Floyd Landis, dat dat de mooiste wielerwedstrijd was die ik ooit had gezien. Bleek hij later ook doping te hebben gebruikt. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar Virenque en Ullrich waren favoriete renners van mij, die ook allebei zijn betrapt op doping.
Ik kijk nog niet zo heel lang naar de Tour en het wielrennen. Ik ben het gaan volgen tijdens de eerste tour met een dopingrel in 1998, toen de ploeg Festina uit de Tour werd gezet. Niet vanwege de doping heeft het mijn interesse gekregen, maar het was toen ik net was afgestudeerd in de sociologie. En wat heeft wielrennen met sociologie te maken? Naar mijn idee vrijwel alles.
Zeker, je moet in het wielrennen goed kunnen fietsen. Maar bovenal moet je weten wanneer je gaat fietsen en wanneer niet.
Fietsen in je eentje is vrijwel altijd moeilijker dan fietsen met anderen, omdat je elkaar dan uit de wind houdt en motiveert. En hier komt de sociologie om de hoek, die iets wil zeggen over wie onder welke omstandigheden samenwerkt met anderen.
Foto: entoen.nu
Maar samenwerken dat is toch iets van 'lief zijn voor elkaar'? De sociologie laat zien dat dit soort psychologische begrippen vaak helemaal niet nodig zijn. Er bestaat namelijk ook een zogenaamd 'samenwerken tussen vijanden'. Een van de bekendste voorbeelden uit de sociologieboeken is de samenwerking tussen vijanden in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Iedereen weet dat dat een langdurge loopgravenoorlog was en ook iedereen begrijpt dat soldaten na lange tijd gedemoraliseerd waren, omdat het koud was en men bang was te sterven. De gewone soldaat was bang en wilde naar huis, hoewel zijn leidinggevenden meer offensieve plannen hadden. (Dit is een algemene wet in de krijgskunst: hoe verder men van het front is verwijderd qua rang en stand, hoe meer men gemotiveerd en 'krijgshaftig' is). Een gevolg was dat de gewone soldaten het steeds op een akkoordje gooiden met hun vijanden (die ook niet dood wilden en het liefst ook meteen naar huis gingen). Soms gebeurde dat expliciet, bijvoorbeeld door af te spreken dat je niet zult schieten, tenzij de vijand schiet en in dat geval schoot je twee keer terug. Zo gebeurde het steeds weer dat de gevechten 'uitblusten'. Beroemd zijn de gevallen waarin vijandelijke partijen uit hun loopgraven kwamen en samen kerstmis vierden. Hoger geplaatsten moesten steeds deze 'samenwerking tussen vijanden' verbreken, bijvoorbeeld door een offensieve aanval uit te voeren, waardoor de vijanden weer gemotiveerd werden het gevecht aan te gaan.
Toen ik in 1998 het wielrennen leerde kennen was dit hetgene dat mij fascineerde. Ik zag 'vijanden', wielrenners uit verschillende ploegen, samenwerken om te ontsnappen uit het peleton. Pas als er voldoende afstand is met de rest zie je dat men onderling het gevecht gaat leveren. Voor mij is het wielrennen daarom een soort sociologie-laboratorium.
Omdat ik voor 1998 nooit naar het wielrennen heb gekeken vertelden veel vrienden dat ik de hoogtijdagen van het Nederlandse wielrennen had gemist, waarin het volgens hen echt leuk was geweest. Ook zouden moderne communicatiemiddelen de renners tot 'spierbundels zonder koersinzicht' hebben gedegradeerd, omdat de ploegleiders de strategie bepalen. Toch is het dan ook voor een ploegleider niet eenvoudig. Er blijven vragen zoals: Hoe groot is de voorsprong? Wordt-ie groter of kleiner? Hoe zijn de benen van de ander? Wanneer valt de ander aan? Het zijn allemaal vragen die steeds andere antwoorden opleveren, waardoor zelfs de beste rekenaar steeds weer voor verrassingen komt te staan.
Wat dat betreft zal het wielrennen nooit saai worden, vind ik. En voor het hele doping-verhaal geldt wat mij betreft hetzelfde: het is niet mooi dat het gebeurt, maar het is een feit dat het gebeurt en daarom is het de vraag hoe we ermee omgaan. Gisteravond zei ik nog tegen Anshin dat de race van Landis voor mij ook achteraf nog steeds boeiend is, zoals ik het ook boeiend vond om Rasmussen door de Pyreneeën te zien rijden. Samen met zijn vijand Contador heeft hij veel samengewerkt, hoewel conflicten daar steeds meer tussendoor kwamen. Dat vond ik boeiend.
Laatst was er een professor op de televisie in de bewegingswetenschappen en die vertelde dat je vermogen als wielrenner (volgens mij verreweg de zwaarste sport ter wereld) ongeveer 10 tot 15 procent toeneemt met doping. Dan weet je natuurlijk dat renners hier een voordeel hebben te behalen. Als je vermoedt dat andere renners het ook doen kun je natuurlijk helemaal niet achterblijven.
Volgens mij is het op dit moment vrijwel ondoenlijk om nog doping te gebruiken, omdat de kans erg groot is geworden dat je tegen de lamp loopt. In de afgelopen jaren is de top uit het wielrennen verwijderd, alsof alle spelers uit de selecties van Ajax, Feyenoord en PSV ineens uit het voetballen weg zijn. Wie nu nog gepakt wordt, zoals Vinokourov of Landis, moet erg dom zijn geweest. Daarom denk ik dat het wielrennen nu veel schoner is dan tien jaar geleden. Eisen stellen, zoals de Duitse televisie, om pas weer wielrennen te gaan uitzenden als alle renners gegarandeerd 'schoon' zijn, is naïef. Joop Zoetemelk is drie keer in zijn leven gepakt met doping en die is een held. Huidige renners worden meteen twee jaar geschorst en zijn een jaarinkomen kwijt. Daarom denk ik dat als er een toekomst is voor het wielrennen dat het is om op de huidige voet door te gaan. Hoe meer er gepakt worden hoe beter.
Verstuurd: woensdag 25 juli, 11.02 uur
Er zitten veel dikke groene kikkers in de sloten, die massaal in het water springen als Timo voorbijkomt.
Verstuurd: maandag 23 juli, 13.54 uur
De Hervormde kerk van Paesens, oorspronkelijk gewijd aan de heilige Antonius en gebouwd rond het jaar 1250, heeft nog een ronde apsis (koor). Dit was traditioneel de belangrijke plaats in de kerk. Hier voerde de priester de mis op, met zijn gezicht naar het oosten: in de richting van Jeruzalem. Daarom zijn de meeste kerken ook in Oost-westelijke richting gebouwd. Veel koren werden in latere tijd rechtgemaakt, maar die van Paesens is nog in de oude stijl gebleven.
Moddergat/De Oere, vanmiddag.
Verstuurd: zondag 22 juli, 14.07 uur
Vandaag zijn er veel verschillende wolken. Tussen de buien door is het mooi helder weer.
Anshin en ik zijn net de pier afgelopen
Verstuurd: vrijdag 20 juli, 21.42 uur
Ik vind de Tour de France hartstikke interessant! De Duitse NDR begon vandaag over 'een nieuw dopingschandaal' rond Rasmussen, maar in Duitsland willen ze niet meer kijken naar het wielrennen, dus moeten ze ook over doping maar wat minder spectakel maken. Ik begrijp hun desillusies rond Ullrich, maar als je ziet dat er zoveel soaps, dr. Philshows, spelletjesprogramma's en saaie actualiteitenprogramma's er zijn, dan vind ik de Tour de France toch wel ongeveer de mooiste televisie die er is. Vreemd dat, juist als er mensen worden opgepakt met doping, de Duitse televisie kwaad naar huis gaat.
Morgen is er een belangrijke tijdrit in de omgeving van Albi. Ik ben nooit in de stad Albi geweest, maar ik moet dan altijd denken aan de Albigenzen -de katharen- en ik heb drie jaar geleden een vakantie gehouden rond de Montségur, de laatste grote katharenburcht in de Pyreneeën. Klik hier om de foto's te bekijken (september 2004).
De Montségur
Verstuurd: donderdag 19 juli, 10.31 uur
Eergisteren is Timo weggelopen. Het gebeurde ongeveer twee kilometer van ons huis. Timo kwam van achter aangesprint, haalde me in en sloeg meteen linksaf, waar hij een geurspoor moet hebben gevonden dat hij onmiddellijk besloot te volgen. Het waaide hard zodat hij mij ook niet hoorde door het ruisende riet. Maar ook als hij me wel had gehoord: als hij eenmaal gaat is hij niet meer te stoppen. Daarom is het zaak om dit te voorkomen, maar dat is achteraf altijd makkelijk gezegd. Enfin: als Timo wegsprint dan gaat hij zo ver dat je hem al snel niet meer ziet. Ik heb tien minuten staan wachten, maar toen besloot ik Anshin in te schakelen. Ik heb de twee kilometer teruggelopen en samen hebben we hem gezocht, Anshin met de fiets en ik met de auto. Na een uur hadden we hem nog niet, zodat ik besloot te bellen naar de dierenarts en de politie. Terwijl ik een nummer intoetste hoorde ik een piepen bij de voordeur: het was Timo. Gelukkig had hij de weg teruggevonden. Hij was helemaal nat en was wat van slag, zoals je kunt zien op de foto.
Toen ik 's middags in Dokkum was heb ik twee moorkoppen meegenomen om de thuiskomst van de verloren zoon te vieren.
Toevallig gisteren is Be Mulder langsgeweest. Hij is samen met zijn vrouw al meer dan 25 jaar fokker van de Duitse staande korthaar en heeft ook Timo gefokt. De zorg voor hun pups gaat ver: via hen ben ik aan Timo gekomen, omdat hij herplaatst moest worden bij zijn vorige baas. Klik hier voor de website van Kallisto, de kennel van Be en zijn vrouw.
Ik heb veel geleerd van zo'n ervaren 'kortharen-man'. Hier zijn we een oefening aan het doen om Timo te laten liggen, terwijl wij een praatje maken. Be vroeg al snel of Anshin het erg vond dat wij het steeds over honden hadden en dat vond ze niet. Gelukkig, want we hebben het urenlang vrijwel nergens anders over gehad.
Verstuurd: dinsdag 17 juli, 8.29 uur
In Dokkum is een bedevaartplaats op de plek waar Bonifatius zou zijn vermoord. Daar zijn Anshin en ik gisteren geweest. Op de foto zie je de ingang van een soort amphitheather, met daarachter een kapel. Het is in de jaren dertig van de vorige eeuw gebouwd onder leiding van Titus Brandsma.
In het park staan veertien zogenaamde "staties", die zijn gemaakt met kloostermoppen die aan Brandsma waren geschonken. In 1949 was de opdracht van veertien lijdenstaferelen voltooid. Titus Brandsma was toen al overleden in het concentratiekamp Dachau.
Dit stond op Wikepedia over zijn dood: "Al in een vroeg stadium waarschuwde Brandsma via publicaties in dag- en weekbladen en tijdens lezingen en colleges voor de gevaren van het nazisme en veroordeelde hij de anti-Joodse maatregelen van het Hitlerregime. Zo was hij medio 1936 enige tijd lid van het door Nederlandse geleerden en kunstenaars opgericht Comité van Waakzaamheid tegen het nationaalsocialisme. Tijdens de oorlog verzette hij zich tegen het verwijderen van Joodse leerlingen van katholieke middelbare scholen en was hij de architect van het verbod dat de Utrechtse aartsbisschop Jan de Jong uitvaardigde tegen het opnemen van NSB-advertenties in de r.k. dagbladen."
Arrestatie en overlijden
Als gevolg daarvan arresteerde de Gestapo Brandsma op 19 januari 1942. Via een tocht langs de 'Oranje'-gevangenis in Scheveningen, kamp Amersfoort en de strafgevangenis van Kleef kwam hij tenslotte in het beruchte concentratiekamp Dachau terecht. Ook hier was, aldus latere getuigenissen van voormalige kampgenoten, deze 'alledaagse' mysticus een grote morele en daadwerkelijke steun voor zijn medegevangenen. Na enkele weken vol ontberingen en mishandelingen werd hij - levenslang behept met een wankele gezondheid - uitgeput en doodziek in het kamphospitaal opgenomen. Met een dodelijke injectie maakte men daar een einde aan zijn leven."
Op de twaalfde statie staat een een gedenkplaat voor Brandsma. Het gedicht heeft hij in Dachau geschreven.
Deze kaart met de middeleeuwse kloosters van Friesland hangt binnen bij de gedenkplaats. De oranje stipjes zijn kloosters.
Op 31 maart heb ik een stuk in dit dagboek geplaatst van Godfried Bomans, die nog les heeft gehad van Brandsma. Klik hier om er heen te gaan.
Verstuurd: maandag 16 juli, 11.15 uur
Hoewel ik van ons tweeën een hond wilde en ik hem ook meestal uitlaat, is Timo veel meer aan Anshin gehecht dan aan mij. Soms als ik 's ochtends uit bed kom blijft hij liggen, om even later Anshin heel uitbundig te begroeten als zij beneden komt. Ik moet er maar aan wennen, denk ik. En ik geef hem ook groot gelijk: Anshin is veel aardiger dan ik!
|
|
|
|
|
|
Mijn cd is uit! Klik hier om deze te bestellen.
Klik hier om vier liedjes te beluisteren op Myspace.
Klik hier voor mijn videoclip op YouTube.
Volgende dagboekpagina
Vorige dagboekpagina
Flora en fauna
Kerken
Geluidsfragmenten
Archief
|