Bij de kringloopwinkel in Dokkum heb ik voor een euro het boekje "Geschiedenis van het christendom" (1959) gekocht. Op de openingspagina's staat deze kaart over de verspreiding van het nieuwe geloof. Met horizontale strepen is het gebied aangegeven waar het christendom in de eerste eeuw voet aan wal kreeg. Opvallend is de grote rol van het gebied dat nu Turkije heet. Daarnaast waren er in de eerste eeuw groepen christenen aan de Noord-Afrikaanse kust (Egypte en in Cyrenaica, in het huidige Libië), in twee Italiaanse steden (Rome en Pompeii) en in een groot deel van Griekenland. In de drie eeuwen later zou het geloof zich als een inktvlek over de bewoonde gedeelten van Europa verspreiden.
In Trouw is een artikel verschenen van Lodewijk Dros, chef redactie religie & filosofie, over Jan Rots hertaling van de Matthäuspassion. Hierin: "In zijn verantwoording op wat bij hem de Mattheuspassie heet, zegt Jan Rot dat hij de koralen niet langer belijdend, maar leidend heeft gemaakt. Ontvroomd en commentariërend, meer gericht op de hoorder dan op de Heiland. De bijbellegende is opgeschoond. Doel: Geen onderscheid maken tussen gelovige en niet-gelovige luisteraars. Dit leidt tot o.a.: "Jezus, je medemens. Jezus, ze slaan hem lens. Klik hier voor het hele artikel.
Verstuurd: donderdag 25 december, 10.22 uur
Anshin en ik hebben in de dorpskrant een artikel opnieuw gepubliceerd uit een oud boekje over het wadlopen. Het gaat over de in 1899 geboren Jan Pieter Visser uit Moddergat. Klik hier om deze bijdrage te lezen.
Sinds het artikel is verschenen heb ik een aantal reacties gehad van enkele van zijn nazaten. Van zijn zoon kreeg ik een boek in bruikleen getiteld "Redders aan de riemen", over de laatste roeiredders van Nederland, waarin een hoofdstuk aan hem is gewijd. Sindsdien weet ik aan de hand van bovenstaande foto hoe hij er uit heeft gezien.
Gisteren heb ik met een aantal medegidsen een zwerftocht achter de dijk gemaakt. We zouden eigenlijk oversteken naar Ameland, maar toen we in Holwerd aan de kant stonden bleek er een extra verhoging van de waterstand van 50 centimeter te zijn. Daarom zijn we uitgeweken naar Moddergat waar ik deze zonsopkomst kon fotograferen.
Verstuurd: woensdag 17 december, 11.41 uur
Mijn vader, die sinds twee weken is opgenomen in het verpleeghuis in Zwolle, zoekt weinig contact met de andere bewoners. "Het zijn allemaal mensen van 70, 80, 90", zei hij eergisteravond, waarop mijn moeder hem er aan herinnerde dat hijzelf ook al bijna 70 is.
Het gaat nu weer veel beter met hem. Twee weken geleden kon hij zijn bed niet meer uitkomen en nu rijdt hij alweer met zijn rolstoel door de hele binnenstad. Daar waren de artsen en verpleegkundigen erg van geschrokken, want zij zijn niet gewend aan patienten die zelfstandig naar buiten gaan. Maar hij had ze weten te overtuigen dat hij al vanaf zijn veertiende in de vrachtwagen had gereden, dus heeft hij nu verlof om naar buiten te gaan.
Verpleeghuis De Weezenlanden in Zwolle. Mijn vader zit op de eerste verdieping aan de rechterkant.
Verstuurd: zondag 14 december, 22.12 uur
Deze reeën zaten vanmorgen in de buurt van Anjum.
Een groep eenden bij het Lauwersmeer.
Uitsnede van de vorige foto: de drie rechter vogels zijn smienten.
Grote zaagbekken, een soort eend met een puntige snavel, bedoeld om vis mee te vangen. De grote zaagbek is een broedvogel van brede, langzaam stromende rivieren en meren, omgeven door uitgestrekte bossen met oude bomen. In Nederland komt zo'n gebied niet of nauwelijks meer voor en de grote zaagbek broedt dan ook niet in ons land. Maar er overwintert hier maarliefst een kwart van alle grote zaagbekken van Noordwest-Europa.
Verstuurd: vrijdag 12 december, 10.24 uur
Vorige week heb ik dit lied "Kerst op de terp" geschreven. Ik heb het gisterochtend opgenomen met mijn fototoestel, waar een geluidsopnamefunctie op zit. Als beeldmateriaal heb ik de foto's gebruikt die ik vorig jaar op 21 december tijdens de orgeldag heb gemaakt rond de kerken van Morra, Rinsumageest, Anjum en Paesens. Ik speel o.a. dit lied in enkele verzorgingshuizen in de regio op 16, 17 en 22 december in een programma met Shantykoor de Waadseesjongers uit Wierum.
Verstuurd: donderdag 11 december, 9.32 uur
Wanneer een hond zelf geen beloning voor een kunstje krijgt en een andere wel, weigert deze sneller de taak nog langer uit te voeren dan wanneer hij alleen was geweest. Dit staat in het artikel "The absence of reward induces inequity aversion in dogs", van enkele Oostenrijkse gedragsbiologen. Op bovenstaande plaatjes weigert een hond nog langer pootjes te geven als hij ziet dat zijn soortgenoot hiervoor herhaaldelijk beloond wordt en hij niet. Hij wendt uiteindelijk zijn kop af.
Je kunt dit onderzoek natuurlijk meteen met mensen in verband brengen en concluderen dat honden ook jaloers zijn -zoals nu in verschillende nieuwsberichten gebeurt-, maar dat vind ik een veel te menselijk begrip. Je moet het antwoord vast zoeken in wat in de evolutie voor deze soort een efficiënte overlevingsstrategie is geweest. Op kennislink.nl, de website onder auspiciën van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, staat het zo:
"Onderzoekers denken dat deze negatieve reactie bij ongelijkheid de fitness verhoogd (vreselijke spelfout! HJW), omdat we door onze reactie vaak een hogere beloning kunnen krijgen. Ook kapucijnaapjes en chimpansees hebben het niet zo op ongelijkheid. Dit werd aangetoond in een experiment waarbij de apen muntjes met de onderzoekers konden ruilen voor voedsel. Wanneer een andere aap meer of lekkerder voedsel kreeg, werd het ruilen al snel opgegeven.
"Gedragsbiologen uit Oostenrijk denken dat een negatieve reactie bij het ongelijk verdelen van beloningen een kenmerkende eigenschap is bij samenwerken. Wilde hondachtigen werken samen in de jacht en huishonden werken samen met de baas. Bovendien zijn honden door domesticatie gevoelig geworden voor menselijk gedrag en hebben zij ook een klein beetje begrip gekregen van menselijke intenties."
Waarbij natuurlijk weer aangetekend wordt dat 'gevoelig geworden' en 'begrip van menselijke intenties' niet te letterlijk genomen moeten worden.
Wat ik altijd weer bijzonder vind is dat mens en hond, doordat ze waarschijnlijk al meer dan 15.000 jaar samenleven, met elkaar vergroeid zijn in de evolutie. Rudyard Kipling, bekend van The Jungle Book, schreef: "De wilde hond kroop in het hol en legde zijn kop in de schoot van de vrouw, en de vrouw zei: Zijn naam is niet meer wilde hond, maar beste vriend."
Andersom heb ik ooit ook eens een leuke speculatie gehoord (ik denk op Discovery Channel): doordat mensen met honden zijn gaan samenwerken kon hun reukvermogen verminderen, waardoor hersencapaciteit beschikbaar kwam voor andere activiteiten, zoals taal en analytisch denken. De theorie is vast erg speculatief, maar gevoelsmatig zeg ik meteen: ja!
Verstuurd: zondag 7 december, 15.32 uur
Gisteren is de hadj begonnen, de jaarlijkse vijfdaagse bedevaart naar Mekka, een van de vijf zuilen ('verplichtingen') van de Islam. Op de foto van rond 1900 staat de Ka'aba, het belangrijkste heiligdom in Mekka, ook bekend als het "Huis van God". Dit kubusvormige gebouw, bekleed met zwarte stof, heeft een vergelijkbare functie als de oude tempel van Jeruzalem voor de Joden. De gebedsrichting van moslims wordt erdoor bepaald. In de tijd van Mohammed (plm. 570-632) was de Ka'aba al een heiligdom voor nomaden, volgens een oude Arabische veelgodentraditie. Mohammed nam van de joden en christenen, die hij 'Volk van het boek' noemde, over dat er "een God dan God" is en, toen hij de macht kreeg in Mekka, vernielde hij de vele godenbeelden in de Ka'aba. Aanvankelijk was de islamitische gebedsrichting ook richting de Tempelberg van Jeruzalem, maar in Soera 'De Koe', een van de hoofdstukken van de Koran, kreeg Mohammed een openbaring om deze te wijzigen richting Mekka.
Volgens de Islamitische traditie is de Ka'aba voor het eerst gebouwd door Adam en werd ze na verwoesting herbouwd door 'aartsvader' Abraham en zijn zoon Ismaël. De graven van deze laatste en zijn moeder Hagar zouden hier ook liggen. Volgens overlevering van joden, christenen en moslims werd Ismaël stamvader van de Arabieren. Zij werden door Abraham verstoten na de geboorte van Isaak, die het Joodse volk zou hebben voortgebracht. In het bijbelboek Genesis staat het zo:
De volgende morgen vroeg nam Abraham brood en een zak water, legde dat op Hagars schouder, gaf haar ook het kind mee en stuurde haar weg. Ze trok de woestijn van Berseba in en doolde daar rond. Toen het water uit de zak op was, liet ze haar kind onder een struik achter. Zelf ging ze een eindje verderop zitten, op een boogschot afstand, omdat ze niet kon aanzien hoe haar kind stierf. En terwijl ze daar zo zat, huilde ze bittere tranen. Maar God hoorde de jongen kermen, en een engel van God riep Hagar vanuit de hemel toe: Wat is er, Hagar? Wees niet bezorgd: God heeft je jongen, die daar ligt te kermen, gehoord. Sta op, help de jongen overeind en ondersteun hem. Ik zal een groot volk uit hem doen voortkomen. Toen opende God haar de ogen en zag ze een waterput. Ze liep ernaartoe, vulde de waterzak en gaf de jongen te drinken. God beschermde de jongen, zodat hij voorspoedig opgroeide. Hij leefde als boogschutter in de woestijn. Hij ging in de woestijn van Paran wonen, en zijn moeder koos een Egyptische vrouw voor hem uit.
Verstuurd: vrijdag 5 december, 19.29 uur
Het is nu Sinterklaasavond. Op internet vond ik deze afbeelding van Nicolaas van Myra, naar de toenmalige hoofdplaats van Lycië in Klein-Azië. In deze grieksprekende omgeving werd hij omstreeks 280 geboren en hij overleed op 6 december in 342 of 352. Sint Nicolaas is de hoofdpersoon in tal van legenden en hij zou een van de belangrijkste heiligen in de christelijke geschiedenis worden. Aan de kleine Nicolaas werden al vanaf de geboorte wonderen toegewezen. Zo wou hij op de vastendagen, woensdag en vrijdag, niet van moeders borst drinken.
In Friesland zijn deze kerken aan hem gewijd: Blesdijke, Blija, Deersum, Firdgum, Gauw, Harkema, Herbaijum, Hoorn?, Huins, Hijum, Idsegahuizen, Indijk, Kornjum, Loenga, Midlum, Nijeholtpade, Nijholtwolde, Nijemirdum, Nijetrijne, Nijhuizum, Nijland (Wymbritseradeel), Offingawier, Oldetrijne, Oosterwierum, Oostrum, Peperga, Piaam, Poppingawier, Rotsterhaule, Schalsum, Sint Nicolaasga, Smallebrugge, Snikzwaag, Sonnega en Wijnjeterp.
Verstuurd: dinsdag 2 december, 19.46 uur
Gisteren is Anshin mee het wad opgeweest om het botwant te controleren.
Eerst even pieren steken. Ik ben er nog niet zo handig in. Met 25 pieren ben ik een kwartier bezig, terwijl ervaren stekers er een paar honderd per uur halen. Het is soms belangrijk om een dijkje te maken aan de kant waar de wind vandaan komt, zodat het water zoveel mogelijk uit de buurt blijft.
Er zat gisteren veel zeesla aan het botwant. Helaas geen vis. Vandaag had ik er drie, zodat de reeks van de afgelopen dagen is: 2, 1, 1, 0, 3. Omdat de vorst niet doorzet en zelfs warmer weer voorspeld wordt ga ik er de komende dagen nog een aantal haken bijzetten.
De getijden komen slecht uit met het schaarse daglicht in deze dagen. De laagwaterperiode valt vaak gedeeltelijk samen met de duisternis. Gelukkig leren we als wadloopgids om op onze kompassen te vertrouwen. Ik heb altijd een reservekompas in mijn broekzak en een mobiele telefoon om hulptroepen in te roepen als ik een been breek.
Twee botten van vandaag.
In de magen van de botten zaten verschillende garnalen en spierings (foto).
Verstuurd: maandag 1 december, 8.30 uur
Vandaag is het de naamdag van Eligius van Noyon (* tussen 588-590 - 660), een christelijke heilige die vooral in de Middeleeuwen erg belangrijk was. Over hem doen tal van wonderijke verhalen de ronde, zoals toen hij in zijn oude beroep als smit een onwillig paard moest beslaan: hij hakte het been van het dier, sloeg de hoef eraan en zette het been weer op zijn plaats. Op de foto is deze gebeurtenis te zien in een beeld dat aan de Oudegracht in Utrecht in een muur gemetseld is.
Eligius was een vroege missionaris die ook onder de "Friezen" predikte. In het boek Geschiedenis van het Nederlandsche volk van P.J. Blok (1923) wordt zijn evangelieverkondiging aldus omschreven:
Eligius, de vroegere goudsmid en zoo in de Middeleeuwen de patroon van zijn gild, predikte onder de barbaren aan de zeekust, Friezen en Sueven (Zeeuwen?), totnogtoe niet door het ploegijzer van de evangelieverkondiging bereikt, vermoedelijk in het tegenwoordige Vlaanderen en Zeeland. Hij riep de heidenen op om hunne oude goden - Neptunus, Diana, Jupiter, Minerva, heeten zij in de latijnsche bronnen - te verloochenen, de heidensche feesten na te laten, de runentooverij, het maken van tooverdranken, het dragen van amuletten, de vrees voor den invloed van zon en maan op het menschenlot, op te geven.
CITAATJAC. P. THIJSSE: "Ga nu de Zuiderzee zien, eer het te laat is. Want lang zal 't niet duren, of groene polders vervangen de kabbelende golfjes."
Uit: Jac. P. Thijsse, Langs de Zuiderzee (1914)