Kop logo vom Himmel hoch
Home - Burgerinitiatief luidt noodklok kerkgebouwen

Naar de Task Force Kerkgebouwen

Burgerinitiatief luidt noodklok kerkgebouwen

Cobouw, vakblad voor de bouw, 29 augustus 2007

Door Suzanne van den Eynden

Als we niets doen, dreigen 1500 kerkgebouwen in Nederland onder de sloophamer te verdwijnen. Alleen een duidelijke visie van de overheid én medewerking van de bouw- en vastgoedwereld kan de kerken voor dit lot behoeden, denkt de Task Force Toekomst Kerkgebouwen.

De Task Force is een landelijk burgerinitiatief dat “gevraagd en ongevraagd” advies geeft over behoud, hergebruik of herbestemming van kerkgebouwen, licht secretaris Rob Wolters toe. Het gaat hier om advies aan overheden, actiegroepen, kerkgemeenschappen en projectontwikkelaars. “Door deze partijen wordt vaak te snel geconcludeerd dat behoud van een kerkgebouw niet mogelijk is.”

Volgens schatting van de Task Force krijgen zestig tot zeventig kerken per jaar een andere bestemming of worden gesloopt. In het bisdom Den Bosch zijn de afgelopen vijftien jaar 43 kerken afgebroken; 26 kregen een andere bestemming. De Task Force hoopt, net als de vele plaatselijke initiatieven voor kerkbehoud, dat de bouwsector de uitdaging oppakt om kerkgebouwen als kans te zien, en af zal zien van medewerking aan sloop. De Task Force richt zich op de 1500 kerken in heel Nederland die gesloopt zullen of kunnen worden als overheid en marktpartijen het laten afweten.

Succesvol
Goede voorbeelden van succesvol behouden kerken zijn er gelukkig volop, weet Wolters. In de Elleboogkerk in Amersfoort huist sinds 1998 het Armandomuseum; de Kooger Kerk in Zuidscharwoude is van de sloop gered en biedt, naast kerkdiensten, ruimte aan concerten en tentoonstellingen; van de Westerkerk in Leeuwarden is een theater gemaakt. De ongeveer veertig jaar oude Stefanuskerk in de Utrechtse wijk Overvecht wordt op initiatief van raadslid Xander van Asperen van de D66-fractie sinds een jaar gehuurd door de gemeente, met de mogelijkheid om deze daarna te kopen. “Vanwege de afname van het aantal kerkgangers moest een van de twee kerken in Overvecht dicht, het meest waarschijnlijk de Stefanuskerk”, licht Van Asperen toe. “Door zijn vorm, een grote vierkanten bak, is deze kerk lastig op een andere manier te exploiteren.”

Van Asperen zag echter onmiddellijk mogelijkheden in de kerk voor het door de bewoners van Overvecht zo felbegeerde cultureel centrum, wat nog ontbrak in de wijk. “Bovendien is het een markant gebouw dat de bewoners niet graag kwijt wilden.”

Van Asperen kreeg bijval van bewoners, gemeente én het kerkbestuur, dat het gebouw ook liever niet tegen de grond zag gaan. Het feit dat het gebouw opnieuw een maatschappelijk functie zou krijgen, was volgens Van Asperen doorslaggevend. “Kerkbesturen hebben er vaak moeite mee als hun gebouw voor commerciële doeleinden gebruikt wordt. Een kerk is ooit neergezet met gemeenschapsgeld, dus moet het gebruik ervan ook dienend zijn aan de gemeente.” Het haalbaarheidsonderzoek dat de gemeente liet uitvoeren, leverde zoveel belangstelling op dat de kerk wel drie keer te vullen was, vertelt Van Asperen niet zonder trots. Daardoor was het snel beklonken. De kerk is nu een jaar in gebruik door onder meer muziekgroepen.

Bezwaren
Een stuk moeilijker verloopt het in Kaatsheuvel. Een groep burgers is in felle strijd verwikkeld met het kerkbestuur over de sloop van de in 1936 gebouwde St. Jozefkerk. Toen de kerk in 2005 aan de eredienst werd onttrokken, eiste het kerkbestuur sloop van het gebouw. Er diende zich onmiddellijk een projectontwikkelaar aan die een appartementencomplex op de plek van de kerk wilde neerzetten, blikt voorzitter Lilian Grootswagers van de Stichting Erfgoed Kaatsheuvel (STERK) terug. “Later kwamen wij erachter dat sloop van het gebouw als voorwaarde in de aanbesteding was opgenomen. En dat was precies het probleem: de mogelijkheid voor hergebruik van het gebouw was daarmee meteen uitgesloten.”

De aanvraag voor de sloopvergunning stuitte op enorme bezwaren bij de bewoners van Kaatsheuvel. In april vorig jaar verenigden enkele toegewijde bewoners zich in STERK, dat een alternatief ontwikkelde voor sloop: een plan om de kerk zowel geschikt te maken voor maatschappelijke doeleinden, als voor een publieksfunctie die geld oplevert. “Het plan is ook financieel gezien volledig haalbaar. Bewoners en bedrijfsleven hebben fondsen toegezegd, welzijnsorganisaties hebben een exploitatiegarantie gegeven.”

De bijval was enorm, zelfs de gemeente zegde uiteindelijk toe alle medewerking te verlenen. Het enige obstakel dat nog rest, is het kerkbestuur. “Dat wil niet met ons praten”, verzucht Grootswagers. “Het antwoord dat we van het bestuur krijgen, is dat zij geen eerbaar bestuur zouden zijn als ze van de eerder ingeslagen weg zouden afwijken.”

Stichting STERK heeft inmiddels een aanvraag ingediend om de kerk tot rijksmonument te laten aanwijzen. Hoewel kerken gebouwd voor 1940 hier officieel niet meer voor in aanmerking komen, bracht de gemeentelijke Raad van Cultuur een positief advies uit. De Stichting heeft haar hoop gevestigd op het oordeel van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Christ van Wezel van het kerkbestuur bevestigt dat het bestuur vasthoudt aan sloop van de kerk, maar wil pas op de zaak ingaan nadat de Rijksdienst haar oordeel heeft geveld.

Volgens Stichting STERK heeft het behoud van kerken landelijk veel te weinig aandacht. “Door de ontkerkelijking komen kerken massaal leeg te staan. Deze staan bijna altijd op a-locaties, de meest gewilde plekken om te bouwen. Sloop lijkt dan vaak de meest logische oplossing.” Behalve gevolgen voor het uiterlijk van Nederland, heeft dit ook maatschappelijke consequenties. “Kerken zijn gebouwd als plek waar mensen kunnen samenkomen. Ze zijn ooit met gemeenschapsgeld neergezet als een geschenk aan de gemeente. Die functie mag niet zomaar verdwijnen.”