Kop logo vom Himmel hoch
Home - De kerk dreigt uit het landschap te verdwijnen

Naar de Task Force Kerkgebouwen

De kerk dreigt uit het landschap te verdwijnen

Is God over veertig jaar dakloos?

Detail, Nieuwsbrief Nationaal Restauratiefonds, december 2006

Hoewel nog maar weinig Nederlanders elke zondag naar de kerk gaan, worden de kerkgebouwen zelf als onmisbaar onderdeel van ons landschap en onze cultuur gezien. Dat torentje in de verte of die oase van stilte in de drukke stad. Echter, een kwart van de kerken in Nederland lijkt de komende tien tot twintig jaar niet te halen. En daar zitten ook rijksmonumenten tussen. Want geld voor onderhoud of restauratie is er niet, aldus de speciaal in het leven geroepen Taskforce Toekomst Kerkgebouwen.

Sinds maart 2006 zet Rob Wolters zich met negen andere bezorgde burgers, verenigd in de Task Force Toekomst Kerkgebouwen, in om erger te voorkomen. “Ik zag het steeds vaker in mijn directe omgeving, in Tilburg en de dorpen eromheen. Bijvoorbeeld de St. Josephkerk in Dongen. Ik bracht mijn zoon daar altijd naar gitaarles en keek dan meestal even een half uurtje rond in het dorp. Toen bleek dat de kerk daar gesloopt zou worden, was dat voor mij aanleiding iets te ondernemen. Het lijkt de spuigaten uit te lopen.”
Hoewel Wolters een trend signaleert, ziet hij dat de teloorgang van Kerkgebouwen op nationaal niveau nog onvoldoende een issue is. “Toch willen de meeste Nederlanders dit niet. We krijgen dan ook heel veel bezorgde reacties en steun uit parochies, kerkgemeenten, dorpen en wijken. We adviseren als Task Force nu al bij meer dan 40 kerkgebouwen over behoud, financiering of herbestemming.”

Een kerk is een kans
Het blijkt dat er zich onder de bedreigde kerken aardig wat rijksmonumenten bevinden. Het meer dan honderd jaar oude klooster Sankt Ludwig in Vlodrop bijvoorbeeld. De gemeente wil zelfs meewerken aan de sloop van het pand, maar omdat het een rijksmonument is, moet de minister van Cultuur haar toestemming geven. Ook de rijksmonumentale Clemenskerk in Hilversum staat in de gevarenzone en de bedevaartskerk St. Anna in Molenschot, ook een rijksmonument, is bouwvallig aan het worden door te lang uitblijvende rijkssubsidies. Een van de redenen dat er niet ingegrepen wordt, ligt volgens Wolters gedeeltelijk aan de krampachtige manier waarop men omgaat met de scheiding tussen kerk en staat: “Wij moeten in Nederland maar eens af van die seculariseringskramp, zoals de Task Force voorzitter Frank Petter, burgemeester van Woudrichem, dat noemt. We moeten eens af van dat technische en negatieve verhaal over kerkgebouwen als probleem. Het behoud van kerken is niet alleen een probleem van de kerkgenootschappen: het zijn onze culturele roots, exponenten van religie en identiteit, een essentieel onderdeel van het landschap.”

In het buitenland ziet Wolters een andere benadering: “In de meeste Europese landen is men trots op hun religieus erfgoed. Ook in de arme Oost-Europese landen zullen ze nooit uit eigen wil een kerk slopen omdat ze hem niet meer kunnen onderhouden. Daar is gewoon geen discussie over. Zij zullen ons hier niet begrijpen. Wij zijn dan wel rijk maar zijn we daarmee ook rijk van geest geworden?” Hij vervolgt: “In Frankrijk zie je dat bijna alle kerken in handen van de overheid zijn en in bruikleen worden gegeven aan de kerkgemeenschap. In België en Duitsland stopt de overheid ook veel geld in hun kerken. Ik sprak een keer met een Duitse journalist hierover. Hij vertelde mij: Hebben jullie dan niet door dat wij jullie land bezoeken voor jullie dorpen en steden met de kerken daarin? Net zoals jullie komen voor onze alpen met die mooie pittoreske kerkjes?” Maar het gaat Wolters om meer dan identiteit of monumentale waarde. “Kerken zijn een plek van samenkomst en bezinning. Gebouwen die mensen samenbrengen zorgen voor maatschappelijke cohesie. Zie een kerk ook daarom als kans en niet als probleem.”

‘Er moet een cashflow zijn om gebouwen in stand te houden’

Imago van de kerk
Juist die probleembenadering door kerk- of gemeentebestuur, al dan niet onder invloed van lokale projectontwikkelaars, leidt vaak tot een korte termijnoplossing: Sloop. “Men denkt nu vaak dat als we de ene kerk neergooien daarmee de andere kerk kunnen behouden. Maar die zal op den duur toch ook geld nodig hebben. Het levert alleen maar tijdelijk wat op en - theoretisch gezien– kun je zo doorgaan totdat de laatste kerk neergehaald is. En die kant gaan we snel op, vooral in de dorpen”
Sloop is daarom een weinig innovatieve oplossing; die volgens Wolters de kerkgenootschappen ook geen goed
doet. “Het is toch niet vreemd dat kerken in de problemen raken. Kerkgebouwen zijn bijna altijd dicht. Dat moet veranderen. Als een groenteboer dat beleid zou voeren zou hij snel over de kop zijn. Het feit dat het ‘huis van God’ zo vaak gesloten is of gesloopt wordt, is ook slecht voor het imago van de kerk. In deze tijd waarin mensen individualistischer zijn, hebben ze behoefte om in hun eigen tijd een kaarsje te branden, te bidden of stil te genieten van de rust of architectuur van een kerkgebouw. Kerken moeten – in psychologisch opzicht – worden teruggegeven aan de maatschappij, aan de burgers.”

‘Wie het centrum van een stad of dorp zoekt, kijkt altijd even omhoog. Dat moet gewoon zo blijven’

Multifunctioneel
Dan moet daar wel geld voor zijn. “Natuurlijk. Er moet een cashflow zijn om gebouwen in stand te houden. Uit
bijdragen van kerkleden, publieke of private middelen of marktinkomen. Kerkgebouwen moeten in deze tijd dus
op een meer marktgerichte manier worden geëxploiteerd. In vele gevallen zal dat best goed gaan, vooral bij herbestemde gebouwen. Denk aan musea, wijkcentra of cultuurpodia. Er zullen echter altijd publieke middelen nodig zijn voor instandhouding van kerkgebouwen, vooral de monumentale en oudere kerkgebouwen. En aan publieke middelen is er lang niet genoeg.”
Voor rijksmonumentale kerken alleen al is zo’n 737 miljoen euro nodig voor herstel. In feite loopt de herstelbehoefte dus voor alle kerken dik over de miljard euro heen. “De nieuwe Brim-regeling is daarvoor niet toereikend en voor sommige kerkbesturen te ingewikkeld. Maar dat hoeft nog niet te betekenen dat je de kerk dan maar moet slopen. Men zou eens wat innovatiever moeten denken. Veel kerkbestuurders denken nog traditioneel, ook wat betreft de financiering van kerkgebouwen. Er is nog koudwatervrees voor multifunctioneel gebruik. Maar er is veel meer mogelijk dan men denkt.” Wolters haalt ook een voorbeeld aan uit zijn eigen stad Tilburg. “Daar is van de Hasseltse kerk een wijkcentrum, de Poorten, gemaakt. De buurt en de gemeente maakten zich er sterk voor deze kerk te behouden. Het is er nu een drukte van belang. Maar er is ook nog een stil gedeelte voor bezinning en de serene sfeer van de kerk is overal voelbaar. Er moet dus gezocht worden naar mogelijkheden die dicht bij de oorspronkelijke functie van een kerk liggen. Liefst publiek dus. Een oplossing is bijvoorbeeld een doelsubsidie beschikbaar stellen.”

Centraal daarbij moet volgens Wolters staan wat de kerkleden en wijkbewoners met een kerk hebben en willen:
denken vanuit de lokale situatie. Dat is dan ook de basis voor het werk van de Task Force. “Op lokaal niveau wordt de strijd om de kerkgebouwen beslist. We hopen dat er lokale netwerken ontstaan. Dat mensen uit dorpen en wijken elkaar helpen met het zoeken naar mogelijkheden om hun kerken in stand te houden en ervaringen uit te wisselen. Dat zorgt ook weer voor die maatschappelijke cohesie. Uiteindelijk moet dat leiden tot een breed landelijk netwerk. Als Task Force geven we daaraan steun.”
Wolters ziet het noodzakelijke geld dan niet alleen van de overheid komen. “Er is dus behoefte aan grote fondsen, waarin publiek, privaat of bancair geld in samen wordt gebracht. Vervolgens moet er actief een herbestemming worden gezocht.”

Spirituele vraag
Maar niet iedere buurt heeft een nieuw wijkcentrum of stiltecentrum nodig. “In eerste instantie streven wij naar
instandhouding van een kerkeigen of een publieke functie. Als dat niet kan, is een woon- of kantoorfunctie voor ons ook bespreekbaar. Als dat ook niet kan, laten we de kerken liever even rusten. Slopen kan je immers maar één keer.
Wij willen als Task Force uiteindelijk wel een functie of herbestemming met respect voor de originele kerkfunctie. Een disco of supermarkt waar het vlees bij wijze van spreken op het altaar gesneden wordt zien wij ook niet echt zitten. Toch kan het soms noodzakelijk zijn water bij de wijn te doen. Want soms kan een wat minder gepast gebruik ter overbrugging wel weer leiden tot een gepast gebruik.”

Wolters stelt dat de Task Force wordt overspoeld door verzoeken van organisaties die interesse hebben in een
kerkgebouw. Aan vraag dus geen gebrek. Ook van kerkgenootschappen die een kerk zoeken. “Ik hoor vaak dat het kerkgebouw net te vroeg gesloopt werd. Er is dus zelfs een grote spirituele vraag naar kerkgebouwen, terwijl dat kerkeigenaren toch niet weerhoudt om te slopen. Vraag en aanbod zouden dus beter bij elkaar moeten worden gebracht.”

En zo zijn er genoeg aanknopingspunten voor de Task Force Toekomst Kerkgebouwen om er voor te zorgen dat de kerkgebouwen niet van de Nederlandse kaart worden geveegd. “Wie het centrum van een stad of dorp zoekt, kijkt altijd even omhoog. Dat moet gewoon zo blijven.”

Nationaal Restauratiefonds december 2006 jaargang 17