Behoud oude kerken vergt miljoenen extra
Reformatorisch Dagblad, 25 januari 2007
ZWOLLE - Volgens het CDA Overijssel moet het Rijk vele tientallen miljoenen euros extra vrijmaken om monumentale kerkgebouwen in Nederland van de ondergang te redden.
De 140 miljoen euro die door minister Van der Hoeven in de Najaarsnota beschikbaar is gesteld, is volstrekt te weinig, stelt CDA-lijsttrekker Rietkerk. Uit de inventarisatie die de landelijke Taskforce Toekomst Kerkgebouwen de afgelopen maanden heeft gemaakt, is gebleken dat een veelvoud van dit bedrag als rijksbijdrage noodzakelijk is.
De taskforce stuurde eerder deze maand een brandbrief naar de mogelijk nieuwe coalitiepartners, waarin hij pleit voor het opstellen van een deltaplan om tientallen kerkgebouwen van de slopershamer te redden.
Het grootste probleem is het gebrek aan financiële middelen bij kerkgenootschappen voor achterstallig onderhoud of restauraties. Rietkerk: De bedragen die nodig zijn om massale sloop te voorkomen, zijn zo groot dat kerkgenootschappen, gemeenten en provincies die nooit met elkaar kunnen ophoesten. Het Rijk moet fors bijspringen.
Volgens Rietkerk moet de regering ook het investeren in het fiscaal aantrekkelijker maken van religieus erfgoed, zowel voor kerkeigenaars als aannemers. Restauratieprojecten worden daardoor sneller haalbaar. Bovendien is het ook nog eens goed voor de werkgelegenheid.
Volgens het CDA Overijssel zijn kerkgebouwen onmisbare herkenningstekens in een steeds anoniemer wordende samenleving. Rietkerk: Kerkgebouwen vormen het hart van steden en dorpen en zijn een plaats voor devotie, stilte, bijeenkomsten en concerten. Deze functies moeten voor de samenleving behouden blijven.
De lijst van kerken die er bouwtechnisch slecht aan toe zijn, is alleen in Overijssel al indrukwekkend. Meest urgent zijn volgens het CDA de Kerk van Onze Lieve Vrouwe ten Hemelopneming (Buitenkerk) in Kampen, de Lebuïnuskerk in Deventer, de Plechelmuskerk in Oldenzaal, de Sint Jozefkerk in Enschede, de Plaskerk in Raalte, de rooms-katholieke kerken in Hasselt, Ootmarsum en Steenwijk en de Bethlehemskerk in Zwolle.
|