Adres: Voorstraat 39, Kollum (gemeente Kollumerland (Kollumerlân))
Kollum is een dorp met een stedelijk karakter (vlekke), ontstaan in de vroege middeleeuwen op de noordelijke rand van de pleistocene zandgronden. De omliggende venen werden tussen de elfde en dertiende eeuw ontgonnen. Vanaf het laatste kwart van de zestiende eeuw kreeg het dorp "stedelijke" voorzieningen, zoals een Latijnse School en een gasthuis (1695-1960). In de zeventiende en achttiende eeuw maakte het dorp door handel en scheepvaart in een bloeiperiode door. In de negentiende eeuw vestigden zich enkele grote bedrijven in het dorp. Na 1900 kwam in het zuiden enige volkswoningbouw tot stand. Momenteel is Kollum een beschermd dorpsgezicht.
De Hervormde kerk, oorspronkelijk gewijd aan Sint-Martinus, is een tweebeukige kerk met een vijfzijdig gesloten koor en een later aangebouwde consistorie. De aangebouwde toren bestaat uit drie geledingen en is voorzien van een ingesnoerde naaldspits. De toren bestaat gedeeltelijk uit tufsteen en werd gebouwd in de vroege dertiende eeuw. In de vijftiende eeuw is de toren verhoogd. Na een blikseminslag in 1661 werd de huidige naaldspits op de toren aangebracht, naar een ontwerp van Bonne Alberts. In de toren hangen klokken van Johan Schonenborch (1526) en van Hans Falck (1618).
Het huidige gotische koor werd gebouwd in het tweede kwart van de vijftiende eeuw, gedeeltelijk met gebruik van oude bakstenen. Vlak hierna werd het oude tufstenen schip uit circa 1100 vervangen door een nieuwe met een half zo brede noorderzijbeuk. In 1840 werden de vensters vergroot en in 1853 werd een consistoriekamer aan het koor toegevoegd.
Tijdens de restauratie van 1962-'69 naar plannen van J.J.M. Vegter is de bepleistering uit 1840 verwijderd en is de gehele noordmuur vernieuwd, net als de meeste steunberen.
De binnenkant van de kerk wordt overspannen door kruisribgewelven. Op de gewelven zijn fragmenten van vijftiende eeuwse schilderingen zichtbaar; de noordmuur heeft een vroeg-zestiende-eeuwse Christoforus-voorstelling.
De kerk bevat diverse herenbanken uit de zeventiende eeuw, voorzien van familiewapens van Jeltinga-Van Aysma (1617), Fogelsangh (einde zeventiende eeuw), Van Rosema en De Schepper (1680) en Rinse (1692). De preekstoel is uit dezelfde periode.
In de kerk bevinden zich enkele grafzerken vanaf de vijftiende eeuw.
Bron: Monumenten in Nederland, Friesland (2000).
Waanders Uitgevers, Zwolle; Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist.
(c) 2004 Stichting Vom Himmel hoch
|