|
Home - Archief - 11 januari 2003, Welsum |
Archief
11 januari 2003
Dan Sus Dan So in Welsum
Het vijfde concert in de concertserie Dan Sus Dan So in de Noordelijke IJsselvallei vond plaats op zaterdag 11 januari 2003 in de Nederlandse Hervormde kerk van Welsum (gemeente Olst-Wijhe). Hoewel de mond-en-klauwzeer-uitbraak het dorp twee jaar geleden een tijd lang in het nieuws bracht is het dorp aan de IJssel bij de meeste mensen onbekend terrein. En dat is niet verwonderlijk want, naast de kerk, een molen en wat fruitbomen is er maar weinig te vinden in het Overijsselse dorp aan de "Gelderse kant" van de IJssel.
De kerkelijke geschiedenis van het kleine dorpje gaat terug tot op zijn minst de dertiende eeuw. Er is er nog maar weinig uit die periode overeind gebleven. Een gedeelte van de toren is nog Middeleeuws, maar deze is in de negentiende eeuw nieuw opgetrokken. Indertijd werd ook het even aandoenlijk als merkwaardige dakje van het torentje gebouwd en verrees een eenvoudige schip, waarmee een klein zaalkerkje ontstond. In die zin valt de kerk wat uit de toon in onze reeks oude kerkjes langs de IJssel, omdat de meeste uit de Renaissanceperiode of eerder zijn.
Je kunt hier het verleden beleven op deze plaats in dit kleine kerkje. De grote stad Deventer is s avonds in de verte als lichtgloed herkenbaar. In het dorp heerst volop duisternis. Vanwege het hoge water, de dreigende luchten en de vroeg invallende nacht ontstaat er een band tussen de bezoekers: zij hebben allen de elementen getrotseerd en zijn langs de slingerende, onverlichte wegen bij het kerkje gekomen. Het kerkje ligt tegen de dijk aan. Op de dag van de voorstelling kwam achter de kerk het kwelwater naar boven waar de geparkeerde autos stonden. Als het nou maar niet gaat vriezen, dachten de bestuursleden van de stichting.
Het orgelspel van Ab Weegenaar opende met het eerste deel van de tweede sonate van Carl Ph. E. Bach, het deel dat voorafgaat aan het stuk waar Weegenaar in Wesepe mee opende (bekend van de Vom Himmel hoch-cd). Zo heeft de gemeente Olst-Wijhe, waar ook Wesepe toe behoort, toch nog haar complete sonate bij elkaar gekregen! De koster van de Nederlandse Hervormde kerk in Welsum, de heer Hassink, kon ons vermoeden bevestigen dat het de eerste keer was dat er geconcerteerd werd op dit éénklaviers Maarschalkerweert-orgel uit 1866. Alleen de stichting Vom Himmel hoch verzint zoiets blijkbaar.
Het gregoriaans ensemble Gregoriana uit Amsterdam zong de liturgie die hoort bij de eerste zondag na Epiphanie. Op deze dag werd van oudsher de doop van Jezus in de Jordaan gevierd. In het gedeelte voor de pauze werd vooruitgeblikt met de tekst van Psalm 71 (72): "In zijn dagen zal gerechtigheid ontspruiten en een overvloed van vrede, totdat de maan wordt weggenomen, en hij zal heerschappij voeren van zee tot zee". Na de pauze wordt teruggeblikt op de doop van Jezus, waaraan een grote betekenis wordt toegekend: "In de rivier de Jordaan verbrijzelde de Verlosser de kop van de slang en ontrukte allen aan zijn macht. [...] Machtigen haalde Hij van de troon, en geringen heeft Hij verheven. Behoeftigen heeft Hij met gaven overladen, en rijken met lege handen heengezonden." Het gezelschap zingt even goed als altijd, hoewel het de leden was opgevallen dat de volle kerk een mindere akoestiek heeft dan een lege.
De poëzievoordracht van Paul Czerwinski opende deze avond met twee Duitse gedichten van Rainer Maria Rilke, maar het grootste deel van de voordracht bestond deze avond uit het werk van Achterberg. De gedichten komen prachtig in deze plaats tot hun recht, mede door het "monumentale" woordgebruik van Achterberg. Zijn taal is geënt op die van de Statenbijbel en is op zijn minst even moeilijk te begrijpen. De woorden klinken, net als die in de Heilige Schrift, alsof ze altijd al hebben bestaan.
Sopraan Mette Rooseboom zong deze avond diverse koralen en arias, helemaal in de lijn van het programma "dan sus dan so". Mette zingt met evenveel overtuiging een eenvoudig "Von Gott wil ich nicht lassen" als een modern religieus stuk van Daan Manneke. Ik vraag me af of ze voorkeur heeft. Dat moet ik haar nog eens vragen.
Nadat het Anido Guitarduo de vorige keer wegens ongelukkige omstandigheden afwezig moest blijven waren de twee gitaristes er gelukkig weer bij. Alsof zij de verloren avond in Terwolde goed wilden maken speelden zij deze avond de sterren van de hemel.
De Renaissancegroep Liereleyers kwam deze avond met een zeer gevarieerd programma. Met vier personen maakte het gezelschap gebruik van verschillende doedelzakken, fluiten, lieren en tal van andere instrumenten. Net als de vorige keer in Terwolde kwam het bij hen tot een spontaan applausje.
Ondanks dat het slotstuk van de avond, de Mars der drie koningen van Marius Monnickendam in de twintigste eeuw geschreven is, bleek het stuk een eenvoudige en erg toegankelijke afsluiter te zijn van een imponerend concert. De terugreis zullen de meeste bezoekers veelal zwijgend en in gedachten verzonken hebben doorgebracht, vermoed ik. Zo was het tenminste bij ons in de auto.
Zwolle, 15 januari 2003
Harm Jan Wilbrink
|
|
|