Moderne Devotie
Mijn tuin is een restantje van het oude Bloemendaalse park, waar we dertig jaar geleden gingen botaniseren. Ik stel er een eer in om er de heerlijke wilde planten te bewaren, die ons daar vroeger verblijdden en die nu overal verdreven en vernield worden, verdreven door de met blindheid geslagen aanleggers van kolenaswegen, vernield door het publiek en de kinderen, die zoveel van bloemen houden. In beide gevallen geschiedt het kwaad met de beste bedoelingen ter wereld en onder drang van de edelste drijfveren; met wat overleg en zelfbeperking zou al heel wat te verhelpen zijn.
Intussen vinden de tere woudgeesten een toevlucht binnen de hekken van onze tuinen, zowat op dezelfde manier als gedurende de ruwe middeleeuwen de wijsheid en poëzie der antieken geborgen werd binnen de kloostermuren. En wanneer nu betere tijden komen en overal in het land een gevoelig en intelligent publiek vrijelijk mag wandelen, dan zal er nergens gebrek zijn aan mooie bloemen en blijde vogels.
Jac. P. Thijsse, Omgang met planten (1909)
Geplaatst: 15 juli 2003
En des avonds kwamen kwakkels opzetten en overdekten de legerplaats; en des morgens was er een dauwlaag rondom de legerplaats. Toen de dauwlaag opgetrokken was, zie, daar lag over de woestijn iets fijns, iets schilferachtigs, fijn als rijm op de aarde. Toen de Israëlieten het zagen, zeiden zij tot elkander: Wat is dit? Want zij wisten niet, wat het was. Maar Mozes zeide tot hen: Dit is het brood dat de Here u tot spijze gegeven heeft. Dit is wat de Here geboden heeft: verzamelt ervan naar ieders behoefte; ieder van u kan voor zijn tentgenoten een gomer per hoofd nemen, naar gelang het zielental.
De Israëlieten nu deden zo en verzamelden het, de een meer en de ander minder. Toen zij het in een gomer maten, had hij die meer verzameld had, niet teveel en hij die minder verzameld had, kwam niet te kort. Ieder had naar zijn behoefte verzameld.
En Mozes zeide tot hen: Niemand late ervan over tot de morgen. Maar sommigen luisterden niet naar Mozes en lieten ervan over tot de morgen, maar toen was het bedorven van de wormen en stonk. En Mozes werd toornig op hen.
Zij nu verzamelden het elke morgen ieder naar zijn behoefte; maar als de zon heet werd, smolt het. En op de zesde dag verzamelden zij tweemaal zoveel brood, twee gomer voor ieder; en al de vorsten der vergadering kwamen het Mozes berichten. Toen zeide hij tot hen: Dit is wat de Here gezegd heeft: een rustdag, een heilige sabbat is het morgen voor de Here, bakt wat gij bakken wilt en kookt wat gij koken wilt; laat al wat overblijft liggen om het tot de volgende dag te bewaren. Zij lieten het dan tot de volgende morgen liggen, zoals Mozes bevolen had; toen stonk het niet, en er waren geen maden in.
Exodus 16:13-24, Nederland Bijbel Genootschap
Geplaatst: 15 juli 2003
|